Scrambles week 19 (6 – 13 mei)
Onderdeel 1: 3×3
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.
Onderdeel 2: 2×2
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.
Scrambles week 18 (29 april – 6 mei)
Onderdeel 1: 3×3
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.
Onderdeel 2: skewb
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.
Scrambles week 17 (22 – 29 april)
Onderdeel 1: 3×3
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.
Onderdeel 2: pyraminx
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.
Scrambles week 16 (15 – 22 april)
Onderdeel 1: 3×3
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.
Onderdeel 2: 4×4
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.
Scrambles week 14 (1 – 8 april)
Onderdeel 1: 3×3
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.
Onderdeel 2: SQ1
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.
Scrambles week 13 (25 maart – 1 april)
Onderdeel 1: 3×3
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.
Onderdeel 2: 5×5
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.
Scrambles week 12 (18 – 25 maart)
Onderdeel 1: 3×3
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.
Onderdeel 2: One Handed
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.
Scrambles week 11 (11 – 18 maart)
Onderdeel 1: 3×3
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.
Onderdeel 2: 2×2
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.
Scrambles week 10 (4 – 11 maart)
Onderdeel 1: 3×3
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.
Onderdeel 2: skewb
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.
Scrambles week 9 (25 februari – 4 maart)
Onderdeel 1: 3×3
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.
Onderdeel 2: megaminx
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.
Scrambles week 8 (18 – 25 februari)
Onderdeel 1: 3×3
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.
Onderdeel 2: pyraminx
Je doet 5 solves, schrapt de langzaamste en snelste tijd en berekent het gemiddelde van de 3 andere solves. Deze tijd geef je door.